Lobke krijg een mooi bosje rozen van Krerk. Ze moet dan ook gelijk denken aan de eerste tuin bezoek. Ze ruikt aan de rozen, en een gevoel van galante overkomt haar. Dan hoort ze de woorden: Omdat ik van je hou, mijn lieve Lobke. Ze draait zich om naar Krerk die haar bij haar middel pakt. Ze zet haar eigen handen op zijn buik en op zijn schouder. Ze zoent hem en kijk hem blij aan.
Dan wijst Lobke naar de paarden die bij elkaar staan. Ze glimlacht naar Krerk. Ze zoent hem nog eens innig.
Dan wijst Lobke naar de paarden die bij elkaar staan. Ze glimlacht naar Krerk. Ze zoent hem nog eens innig.